Het kost ongeveer 10.000 uur voor je ergens echt goed in bent. Tenminste, dat zegt ‘men’. De eerste pak-em-beet 3000 uur heb ik inmiddels besteed aan hoe ik vermoed dat anderen mijn portretten willen zien. Ik weet niet precies of dat meetelt, maar ik heb het vermoeden dat dit deel uitmaakt van elk leerproces: het laten afvallen wat je niet wil. Nu ben ik aan het uitzoeken wat ik wél wil. Het listige hierbij is dat ik in de afgelopen jaren zo vreselijk veel portretten voorbij heb zien komen (van mezelf en met name van anderen) dat het me zo een-twee niet lukt om te onderscheiden wat wel en wat niet. Nu heb ik daar nog zo’n 7000 uur voor gereserveerd staan dus dat gaat me wel lukken als ik een beetje doorwerk en de levenskracht aanwezig blijft. Het blijft natuurlijk altijd een beetje koffiedik kijken, die uren en wie precies die ‘men’ is en wat ‘men’ dan ook verstaat onder ‘goed’. Een verstandige aanpak is dan denk ik om ‘dicht bij mezelf te blijven’ mijn hoofd grotendeels uit te schakelen en alles met mijn gevoel te beoordelen. Mijn eerste model in deze werkrichting is mijn kleindochter. Ze heeft weinig commentaar en heeft (nog) oneindig veel geduld met opa. Ik voel er in ieder geval genoeg bij, zoveel zelfs dat het selecteren moeizaam gaat. Wat zijn precies de criteria van mijn hart? Is dat onderdeel van de groei? Dat je dat leert te ontwikkelen? Ik ben over het algemeen mijn grootste criticaster. Er is weinig waar ik plezier aan beleef of écht trots op ben. Natuurlijk deel ik wel eens wat op Instagram, maar dat is meer om liefde te ontvangen voor mijn onderwerp. Ik mag altijd graag denken dat de hartjes zijn bedoelt om vertedering uit te drukken voor wie er op de foto staat. Ikzelf kan daar weinig mee.
Sinds kort ben ik wel bezig om na te denken over een ‘body-of-work’ in druk. Dit om te kijken of ik kan omschrijven wat ik zie (veranderen) en welke ontwikkeling zichtbaar is en wellicht zelfs om te beschrijven waarom ik welke keuzes maak en waar ik graag heen zou willen.
Deze foto is mijn eerste markering. Ik heb hem genomen tijdens een van de laatste volledige oppasdagen van Niamh. Over een aantal maanden gaat ze, net als haar broer, naar de grote school. Vanaf dat moment ga ik op woensdagen met ze mee naar judozwemmenschakentaikwandoballroomdansen en misschien ook nog wel eens een kopje koffie met opa (met een taartje). Vandaar dat ik gisteren (dinsdag 28 november 2023) best wel wat foto’s heb gemaakt waar ik er eentje heb geselecteerd voor mijn b-o-w.
Ik heb hem bewerkt vanuit Lightroom met Silver Express. Daarbij heb ik gekozen voor een Ilford HP5 plus emulatie omdat ik daar warme herinneringen aan heb. Op de Aelbrechtskade in Rotterdam (eind 70 er jaren bij mijn broer Leo – ‘opa Leo’) in de donkere kamer met échte film, chemicaliën, een vergroter en papier tot mijn longen gingen protesteren. Graag zou ik hier ook een foto uit die tijd bijplaatsen, maar die kan ik zo snel niet meer vinden. Het documenteren van alledaagsheid is iets wat ik toejuich en tot vervelens toe beoefen. Naast alle schreeuwerigheid van Social Media hebben mensen over 30-40 jaar geen zicht meer op wat er écht is gebeurt. Ik hoop dat op dat moment mijn archief uitkomst biedt voor jeugdige nakomelingen. Maar ik dwaal af.
Toestel: Canon R6 mk 2, Objectief: EV 70-200 2.8 L USM (ISO 800, 2.8 1/200 70mm) Conversie: Lightroom -> Silver Express -> HP 5 plus.